Heinrich Himmler (1900 – 1945) stond aan het hoofd van de SS en speelde een belangrijke rol in nazi-Duitsland en bij het tot stand komen van de Holocaust. In 1925 sloot Himmler zich aan bij de SS. De organisatie groeide uit van Hitlers persoonlijke lijfwacht tot een van de belangrijkste nazistische organisaties. Himmler leidde de Duitse politie en was verantwoordelijk voor de werking van de concentratiekampen. Veel van de ergste wandaden van het naziregime werden gepleegd op bevel van Himmler: de Kristallnacht, de executies van Polen en Joden in Centraal-Europa, de bouw van de vernietigingskampen, medische experimenten op gevangenen en het fokken van de perfecte Ariër. Himmler geloofde sterk in de superioriteit van het Arische ras. Hij had een haast mystiek ideaalbeeld van de Ariër en wilde dat beeld verwezenlijkt zien in de SS'er. Dat beeld kwam tot uitdrukking in de lichamelijke gezondheid, de nationaal-socialistische levensovertuiging en de veronderstelde 'raszuiverheid'. Himmler geloofde heilig in het bevoorrechten van de Ariër en het verwijderen van alle 'onreine elementen'. Op het eind de van de oorlog besefte Himmler dat de val van het Derde Rijk onvermijdelijk was. Hij probeerde het nog op een akkoordje te gooien met de geallieerden maar werd gevangengenomen. Heinrich Himmler pleegde zelfmoord op 23 mei 1945 voordat hij kon worden terechtgesteld.