Joseph Mengele (1911-1979) was afkomstig uit een gegoede katholieke familie van Beierse industriëlen. Hij was als scholier ambitieus en wilde graag beroemd worden. Hij studeerde geneeskunde en antropologie. In 1937 werd hij assistent bij het 'Institut für Erbbiologie und Rassenhygiene' in Frankfurt am Main en werd hij lid van de NSDAP. In 1938 sloot hij zich aan bij de SS. Hij verrichtte zijn dienstplicht tussen september 1938 en januari 1939. Vanaf 30 mei 1943 was hij werkzaam in concentratiekamp Auschwitz als arts en verantwoordelijk voor de selectie van gevangenen. Zijn bijnaam "Todesengel" heeft hij grotendeels aan deze functie te danken; de gevangenen werden bij aankomst in het kamp door Mengele geselecteerd. Degenen die niet door de selectie kwamen, werden direct doorgestuurd naar de gaskamer. Mengele werd berucht door zijn wrede medische experimenten op gevangenen. Binnen de medisch-wetenschappelijke wereld, waar het individuele lot van patiënten centraal staat, worden Mengeles experimenten alom afgekeurd en als misdadig beschouwd. Na de oorlog wist hij onder te duiken en in 1949 ontsnapte hij via Italië naar Zuid-Amerika. Daar stierf hij in 1979. Uit nagelaten geschriften blijkt dat hij tot zijn dood een overtuigd nationaal-socialist is gebleven.