De Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij of NSDAP was een politieke partij die het nazisme of nationaalsocialisme uitdroeg als ideologie. De partij werd opgericht in 1921 in de toenmalige democratische Weimarrepubliek met aan het hoofd een charismatische politicus genaamd Adolf Hitler. De partij speelde in op de vele moeilijkheden na de Duitse nederlaag: inflatie, werkloosheid, frustratie over herstelbetalingen aan Frankrijk. Joden waren een makkelijke zondebok.
In 1923 werd voor het eerst duidelijk wat de eigenlijk intentie was van de NSDAP. In München probeerde de partij gewapenderhand aan de macht te komen in wat later de ‘Bierkellerputsch’ genoemd werd. De poging mislukte en Hitler werd in de cel gezet, waar hij Mein Kampf schreef. Ondertussen bleef de economische crisis doorrazen. De communistische partij werd steeds sterker maar ook de angst van vele Duitsers voor het communisme. De NSDAP combineerde anticommunistische retoriek waarbij communisme en Jodendom vaak aan elkaar gelinkt werden. De frustratie over de herstelbetalingen aan Frankrijk en België nam toe, en ook daaruit probeerde de NSDAP garen te spinnen door te pleiten voor een nieuw sterk Duitsland met een eigen leger, vloot en uitgebreide grenzen. De partij begreep als geen ander dat de inhoud soms minder belangrijk is dan de verpakking. In propagandacampagnes lanceerde de NSDAP zichzelf als de beschermer van de gewone man tegen een angstaanjagende wereld. Tegelijkertijd waren ook grootgrondbezitters en industriëlen gecharmeerd door de autoritaire stijl van de NSDAP in het besef dat deze partij hun belangen beter zou dienen dan de aan de macht zijnde democratische partijen.
De tactiek werkte. In 1930 werd voor het eerst een lid van de partij verkozen in het Duitse parlement (de Reichstag) en in 1932 werd de NSDAP de grootste partij met 37% van de stemmen. Niet genoeg om de grondwet aan te passen en de macht volledig in handen te nemen. Op 27 februari 1933 werd het Duitse parlementsgebouw, de Reichstag, in brand gestoken. Hitler maakte gebruik van de brand om de macht volledig naar zich toe te trekken. Communistische leiders werden beschuldigd van het aansteken van de brand en Hitler zorgde ervoor dat de noodtoestand werd uitgeroepen. In de jaren die volgden werden alle sporen van het democratische Duitsland uitgewist. Voortaan zou er maar één partij zijn, één leider en vroeg of laat ook één volk.