Het globaliseringproces wordt meestal geassocieerd met een dynamiek van ontgrenzing en groeiende mobiliteit. De globalisering heft echter niet enkel grenzen op, maar produceert ook nieuwe. De globalisering kreeg een beslissende impuls met de val van de Berlijnse Muur en het einde van de Koude Oorlog. Maar tegelijkertijd zijn er het afgelopen decennia duidelijk nieuwe muren tot stand gekomen: de muur tussen Israël en de Palestijnen, tussen Mexico en de Verenigde Staten, tussen Europa en Marokko. Die in- en uitsluiting wordt op vele niveaus geproduceerd, aldus de socioloog Manuel Castells: “Er is een accentuering van de ongelijke ontwikkeling, dit keer niet alleen tussen het Noorden en het Zuiden, maar tussen de dynamische segmenten en territoria van de samenlevingen overal ter wereld, en de segmenten die irrelevant dreigen te worden vanuit het perspectief van de logica van het systeem. We observeren inderdaad de gelijktijdigheid van de ontketening van enorme productieve krachten van de informatierevolutie, en de consolidering van de zwarte gaten van de menselijke miserie in de globale economie, in Burkina Faso, de South Bronx, Kamagasaki, Chiapas of La Courneuve”, De rellen in Los Angeles (1992), in Parijs (2005) en in Londen (2011) hebben laten zien hoe wat uitgesloten en verdrongen wordt, terugkeert in de vorm van frustratie, geweld en vernieling. De ‘banlieue’ wordt letterlijk ‘lieu du ban’, plek van de ban en de verbanning!