In het midden van de jaren twintig van de twintigste eeuw gaat Duitsland nog steeds gebukt onder de vernedering van het Vredesverdrag van Versailles (1919) én onder de zware oorlogsbelastingen die moeten worden betaald. Al vlug na de oorlog ontstaat de “dolkstoot mythe” die beweert dat socialisten, communisten en Joden het Duitse leger verraden hebben om de macht te kunnen overnemen. Hitler maakt hier dankbaar gebruik van in Mein Kampf (1925), een autobiografisch boek vol ressentiment en haat waarin hij onder andere zijn racistische en antisemitische denkbeelden en zijn verheerlijking van het Germaanse ras uiteenzet.
Mein Kampf is Hitlers samenvatting van zijn chaotische lectuur: “De aan lager wal geraakte, nerveuze jongeman, lui maar intelligent, gekrenkt in zijn trots, zou dolgraag een revolutionair willen zijn. Daarvoor zou hij ideeën bij elkaar moeten sprokkelen die minder uitgekauwd waren dan wat de rechtse pers te bieden had, om daar vervolgens een synthese van de maken. Hij zette zich ertoe en zou erin slagen”, schrijft Jean-Louis Vullierme. De belangrijkste ideeën die in Mein Kampf circuleren, zijn: het kolonialisme (en de slavernij), het nationalisme, het militarisme, het messianisme, het autoritarisme, het bureaucratisme, het populisme, het historicisme, het rechtspositivisme, de jeugdcultus, het staatsterrorisme, het a-civilisme, het an-empathisme, het antisemitisme, het wetenschappelijk racisme, het propagandisme, het antiparlementarisme en de ideeën rond de eugenetica. Hitler formuleerde geen nieuwe ideeën, maar maakte een cocktail ervan die steeds meer mensen wist te overtuigen.
De slecht functionerende Duitse economie zorgt ervoor dat veel mensen zich afkeren van de democratische Weimarrepubliek en gaan verlangen naar het oude sterke Duitsland. Verschillende extreemrechtse politieke partijtjes duiken op. Nieuwe en moderne fenomenen zoals jazz, blues, moderne kunst en architectuur worden door velen beschouwd als volksvreemd en gevaarlijk. Maar het volksvreemde en gevaarlijke element bij uitstek is vanaf nu de Jood. Het is Hitlers partij, de NSDAP (de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij) die vanaf het einde van de jaren twintig het ongenoegen en de frustraties van veel Duitsers weet te kanaliseren.