Herhaalt Europa de verschrikkingen uit het verleden?

“Ook al kunnen we de toekomst niet voorspellen, we hebben tenminste het verleden als gids om ons wijzer te maken, om ons te wijzen op de gevaren van dat soort retoriek.”

Zeid Ra'ad Al Hussein, VN-commissaris voor de mensenrechten — oktober 2015

Herhaalt Europa de verschrikkingen uit het verleden?

In oktober 2015 uitte VN-commissaris voor de mensenrechten Zeid Ra’ad Al Hussein zijn bezorgdheid over de manier waarop in hoge Europese politieke kringen werd gesproken over de vluchtelingen die op dat ogenblik uit het Midden-Oosten (Syrië, Irak, Afghanistan) naar Europa kwamen. Zo vond de Hongaarse premier dat zijn land ‘belegerd’ werd door de oorlogsvluchtelingen en hij liet een muur aan de zuidgrens van zijn land bouwen. De Britse eerste minister op zijn beurt gebruikte het agressieve beeld van een ‘zwerm’ vluchtelingen die zijn land bedreigde. De leider van de Poolse PiS-partij beweerde dan weer dat vluchtelingen "cholera naar de Griekse eilanden brachten, difterie naar Wenen en verschillende soorten parasieten." Sindsdien is het alleen maar erger geworden: uitspraken die tot voor kort ondenkbaar waren omdat ze expliciet de kernwaarden van de democratie en de rechtsstaat in vraag stellen, maken nu integraal deel uit van het politieke discours.

Alarmbel

VN-commissaris Zeid Ra'ad Al Hussein trok aan de alarmbel en waarschuwde voor de gevaren van dat soort taalgebruik. Hij plaatste deze uitspraken in een bredere historische context: “Vandaag zijn antisemitisme, islamofobie, xenofobie en een antimigratiesentiment opnieuw aan een opmars bezig in Europa. En dat moeten we nu een halt toeroepen. In een grote Britse tabloid werden migranten recentelijk nog ‘kakkerlakken' genoemd door een journalist. Radio Mille Collines gebruikte hetzelfde woord om Tutsi's te omschrijven in de aanloop naar de Rwandese genocide. Ook het nazi-blad van Julius Streicher, Der Stürmer, gebruikte dat woord om de Joden te omschrijven. Ook politici over gans Europa doen in ruil voor stemmen en applaus mee aan dit soort opbod.”

Kritische massa

Met zijn verwijzing naar de vernietiging van de Joden en naar de Rwandese genocide brengt de VN-commissaris twee van de verschrikkelijkste slachtingen van de twintigste eeuw in de herinnering. Niet om een geschiedenisles te geven, maar om Europa’s aandacht te vestigen op het feit dat grote slachtingen altijd beginnen met vormen van verbaal en symbolisch geweld. Wanneer dat verbaal geweld een kritische massa bereikt, kan het omslaan in fysiek geweld met een fatale afloop, zoals de geschiedenis meer dan eens heeft getoond.

Europese crisis

Deze longread neemt de waarschuwing van de VN-commissaris ernstig, zonder simplistische vergelijkingen te willen maken met de jaren dertig van de vorige eeuw. Het nazisme en de Jodenvernietiging kwamen tot stand in een zeer specifieke historische context. Al te naïeve vergelijkingen doen zowel onrecht aan het verleden als aan wat er nu aan het gebeuren is. Europa staat voor enorme uitdagingen en wordt geconfronteerd met een grote identiteitscrisis: de groeiende onmacht om gezamenlijk de economische problemen aan te pakken en om de vluchtelingen te integreren én de nationalistische en xenofobe reflexen dreigen de ideeën en waarden waarop Europa is gebouwd uit te hollen. Hoe zal het Europa van de toekomst eruit zien? Hoeveel kan het van zijn verleden leren?

Daderperspectief

Europa kwam tot stand op de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog. De verwoestingen en de gruwel van de vernietigingskampen maakten duidelijk dat een Europees fundament noodzakelijk was voor toekomstige vrede en welvaart. Op een ogenblik dat er krachten aan het werk zijn die dit fundament in vraag stellen, is het belangrijk om opnieuw naar het verleden te kijken. En dat vanuit een perspectief dat ons wakker schudt en duidelijk maakt waar het Europa in wezen om gaat: het uitbouwen van een humane, open en tolerante samenleving.

De longread kwam tot stand parallel met de theatervoorstelling De welwillenden naar de gelijknamige roman van Jonathan Littell (2006), in een regie van Guy Cassiers (Toneelhuis / Toneelgroep Amsterdam, Antwerpen / Amsterdam, 2015-2016). In De welwillenden vertelt Max Aue, een SS’er die tot in de hoogste rangen opklimt, minutieus en gedetailleerd over de rol die hij heeft gespeeld bij de uitroeiing van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn verslag is schokkend en verbijsterend, niet in de laatste plaats omdat hij beweert dat ook anderen in dezelfde omstandigheden wellicht dezelfde keuzes zouden hebben gemaakt. Is Europa niet precies gecreëerd om deze omstandigheden onmogelijk te maken?

Jodenvervolging

De bedoeling van deze longread is dubbel. Vertrekkende van het perspectief van de dader – in de vorm van vijftien extreme anti-Joodse uitspraken – wordt een historisch overzicht gegeven van de belangrijkste fases van de Jodenvervolging: van het antisemitische gedachtengoed van de negentiende-eeuwse Duitse historicus Heinrich von Treitschke over uitspraken van nazi-kopstukken als Hitler, Himmler en Mengele tot de verdediging van Eichmann tijdens zijn proces in 1962. De nadruk ligt daarbij niet alleen op de historische feiten, maar ook op de taalmechanismen die gebruikt worden om een bepaalde groep te stigmatiseren, uit te sluiten, te ontmenselijken en uit te roeien.

Onderdrukkende taal

Deze taalmechanismen zijn niet alleen werkzaam in extreme situaties zoals tijdens genocides of in contexten die racisme legaliseren zoals het apartheidsregime in Zuid-Afrika en de segregatiewetten in het zuiden van de VS. De tweede doelingstelling van de longread is daarom even belangrijk als de eerste: aandacht vestigen op het symbolische geweld van de taal in allerlei vormen van alledaags taalgebruik waarin de menselijkheid, de geschiedenis, de verhalen en de individualiteit van de anderen worden onderdrukt, beledigd en verstikt. Seksistische en racistische opmerkingen, hate speech en (cyber)pesten zijn daar voorbeelden van.

“Onderdrukkende taal doet meer dan geweld verbeelden; ze is geweld. Ze doet meer dan de grenzen van de kennis verbeelden; ze begrenst de kennis. Of het nu om de versluierende taal van de Staat gaat of om de pseudotaal van de hersenloze media; of het nu om de zelfverzekerde maar verstarde taal van de academische wereld gaat of om de op praktisch nut afgestemde taal van de wetenschap; of het nu om de kwaadaardige taal van wetten zonder morele grondslag gaat of om taal gemaakt om minderheden uit te sluiten, die haar racistische buit achter haar literair aanschijn verbergt – ze moet worden verworpen, veranderd en aan de kaak gesteld. Het is de taal die bloed drinkt, zich aan kwetsbaarheid laaft, haar fascistische laarzen wegsteekt onder de crinolines van eerbaarheid en vaderlandsliefde terwijl ze onverdroten haar weg vervolgt naar haar opzet en naar de stompzinnige geest. Seksistische taal, racistische taal, theïstische taal – ze zijn allemaal typisch voor de controlerende taal van de overheersing. Ze kunnen onmogelijk nieuwe kennis of het uitwisselen van ideeën toelaten en laten die ook niet toe.”

— Tony Morrison, Nobelprijs speech '93