Niet alleen Joden worden door het nationaalsocialisme als staatsgevaarlijk en volksvreemd beschouwd. De zigeuners of Roma delen hun lot. De nazi's zien de Roma als asociaal en crimineel en beschouwen hen niet als een Europees volk. Zigeuners worden vervolgd omdat hun nomadische levenswijze en hun gemengde etnische achtergrond niet passen binnen het nazistische maatschappijbeeld waarin de Heimat en de raszuiverheid een centrale rol spelen. Net als de Joden zijn de zigeuners een Fremdköper, een vreemd lichaam in de Duitse staat zoals de nazi’s die zien. Net als de Joden worden de zigeuners door middel van propaganda zwart gemaakt, en worden ze al voor de Tweede Wereldoorlog gediscrimineerd, gepest en mishandeld. De rassenwetten van Neurenberg bepalen dat iemand te veel zigeunerbloed in zich heeft als twee van de overgrootouders gedeeltelijk zigeuner zijn, dit in tegenstelling tot de Joden: als Jood wordt beschouwd iedereen die drie Joodse overgrootouders heeft. Op 7 maart 1936 verliezen de zigeuners hun stemrecht. In 1937 wordt begonnen met de concentratie van de zigeuners in kampen nabij grote steden.