Het begrip ‘misdaden tegen de mensheid’ heeft sinds de Tweede Wereldoorlog een cruciale rol gespeeld in de internationale politiek, bijvoorbeeld als rechtvaardiging voor militaire interventies en vredemissies, als reden voor het vervolgen van bepaalde staatshoofden, als aanleiding voor het opzetten van nieuwe instituten zoals het Internationaal Gerechtshof of als bestaansreden van een groot aantal NGO’s. Het begrip wordt vaak in verband gebracht met dat van ‘de mensenrechten’. Toch hebben beide begrippen een heel eigen geschiedenis. Voor de oorsprong van het discours van de rechten van de mens moeten we teruggaan naar de Verlichting en de Franse en Amerikaanse revoluties. De mensenrechten zijn onlosmakelijk verbonden met een traditie van declaraties en internationale politieke en juridische instituties. Het begrip ‘misdaad tegen de mensheid’ heeft daarentegen een veel recentere geschiedenis. Het werd voor het eerst als dusdanig gebruikt tijdens het internationale militaire tribunaal in Neuremberg (1945-49) als een nieuwe juridische categorie om de nazimisdaden mee te beschrijven.
De juridische ‘misdaad tegen de mensheid’ heeft de voorbije decennia een grote impact gehad op de wereldpolitiek en op de evaluatie daarvan, zelfs op een manier die de juridische sfeer overstijgt. De recente opkomst van nieuwe instituten zoals de waarheids-en-verzoeningscommissies in Latijns-Amerika en Zuid-Afrika zijn voorbeelden van de manier waarop het begrip ‘misdaden tegen de mensheid’ het juridische overstijgt. Sinds het begin van de jaren ‘70 hebben verscheidene staten de overgang naar een democratisch rechtsbestel proberen te verwezenlijken. Een van de belangrijkste vragen waarmee deze verwoeste samenlevingen geconfronteerd werden, is hoe ervoor te zorgen dat verscheidene groepen terug vredevol naast elkaar kunnen samenleven na jaren van intens conflict. Sommige voorbeelden tonen aan dat dit een valabel alternatief kan zijn voor bestraffing, al kan men zich terecht de vraag stellen of op die manier ook echt recht gedaan wordt aan de slachtoffers. Een andere ontwikkeling is de wereldwijde opkomst van een ‘theater van berouw en vergeving’ (Jacques Derrida): het ritueel waarin wereldleiders, politieke en kerkelijke gemeenschappen spijt betuigen over historische ‘misdaden tegen de mensheid,’ en waarin de mensheid zichzelf aldus beschuldigt en vergeeft.